€ 200.000 smartengeld bij uitzonderlijk zwaar letsel door fietsongeluk

Nadine Sonnevelt

18 oktober 2022

Een slachtoffer werd € 200.000 smartengeld toegezegd vanwege het uitzonderlijk zware letsel. In dit artikel bespreken wij de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 19 januari 2022. Lees in onze blog Hoe wordt het smartengeld berekend? hoe de omvang van het smartengeld wordt begroot.

Een fietsongeluk dat leidde tot zwaar letsel

Op 20 februari 2019 is een man betrokken geraakt bij een verkeersongeluk. Hij reed op die dag op zijn racefiets en is frontaal aangereden door een hem tegemoetkomende motorrijder die aan het inhalen was. De man op de racefiets heeft bij dit verkeersongeluk ernstige letselschade opgelopen. Per traumahelikopter is hij naar de Intensive Care (IC) van het ziekenhuis gebracht.

Het uitzonderlijk zware letsel met overlijden tot gevolg

In het ziekenhuis bleek dat er sprake was van ernstig hoofd- en hersenletsel, een comateuze toestand, fracturen van meerdere nek- en rugwervels, longkneuzing rechts, twee klaplongen, splinters in de wervelkolom en elf gebroken ribben. Daarnaast had hij door het ongeval een volledige thoracale dwarslaesie waardoor hij zijn benen niet meer kon bewegen. In zijn armen zijn spastische pareses ontstaan en aan de elleboog beperkte beweeglijkheid.

Vanaf het ongeval op 20 februari 2019 tot en met 7 maart 2019 heeft de man in coma gelegen. Na de opname op de IC is hij opgenomen op de verpleegafdeling van het ziekenhuis. Op dat moment was er sprake van minimale bewustheidstoestand.

Uiteindelijk is het slachtoffer op 20 november 2019 op 43-jarite leeftijd overleden als gevolg van opgetreden complicaties.

De discussie over de hoogte van het smartengeld

Bovemij, de WAM-verzekeraar van de motorrijder, heeft de aansprakelijkheid voor het ongeluk erkend.

De advocaat van het slachtoffer stelde voor om het smartengeld te begroten op € 250.000,-. Bovemij was van mening dat het smartengeld begroot moest worden op € 125.000,-.

Omdat de verzekeraar en het slachtoffer geen overeenstemming konden bereiken over de schade afwikkeling, is de advocaat namens de nabestaanden van het slachtoffer een procedure bij de rechter gestart.

Het oordeel van de rechter: € 200.000 smartengeld vanwege uitzonderlijk zwaar letsel

De rechter oordeelde in de onderhavige zaak dat het ging om ‘uitzonderlijk zwaar letsel’ met uiteindelijk overlijden tot gevolg. Het slachtoffer heeft vanaf het ongeval tot aan zijn overlijden, een periode van 9 maanden de ernstige gevolgen ondervonden.

De motorrijder is veroordeeld vanwege het veroorzaken van gevaar op de weg, zoals bedoeld in artikel 5 WVW 1994. Dat brengt met zich dat civielrechtelijk sprake is van een schuldaansprakelijkheid.

De rechtbank heeft het smartengeld vanwege alle concrete omstandigheden van het geval begroot op een bedrag van € 200.000,-.

Smartengeld slachtoffer en overlijdensschade

De rechtbank stelt voorop dat smartengeld een hoogstpersoonlijk karakter heeft. Vanwege het geheel eigen karakter van een smartengeldvordering maakt dat deze, anders dan bijvoorbeeld een erfenis, schenking of uitkering uit hoofde van een (levens)verzekering, niet moet worden aangemerkt als een gunstige financiële omstandigheid die – op grond van hetgeen de Hoge Raad in het arrest Kwidama/ [naam] heeft overwogen – dient te worden betrokken bij de vaststelling van overlijdensschade als bedoeld in artikel 6:108 lid 1 BW.

Bent u slachtoffer van een fietsongeluk of heeft u vragen over smartengeld?

Neem vrijblijvend contact op met een van onze letselschade advocaten via 070-223 00 58 of via [email protected].

Bron: Rechtbank Midden-Nederland, 19 januari 2022, ECLI:NL:RBMNL:2022:106

 

Meer weten?

Neem contact met ons op