Motorrijder krijgt schade niet vergoed vanwege te grote snelheidsovertreding

Anita Hanegraaf

6 april 2023

Door een snelheidsovertreding van maar liefst 80 km/u krijgt een motorrijder zijn schade niet vergoed. In dit artikel bespreken wij de situatie die zich in Eindhoven voordeed.

De toedracht van het ongeval

Op 11 oktober 2020 vond in Eindhoven een botsing plaats tussen een motorrijder en een scooterrijder. De motorrijder reed met 130 km/u in een wijk waar de maximale snelheid 50 km/u bedroeg. Een snelheidsovertreding van maar liefst 80 km/u.

De motorrijder reed op een voorrangsweg en kwam op de kruising in botsing met een scooter die wilde oversteken. De motorrijder wil de helft van zijn schade verhalen op de scooterrijder, omdat de scooter voorrang had moeten verlenen.

Kan de motorrijder zijn schade op de scooterrijder verhalen? 

De motorrijder erkent dat hij te hard reed, maar meent dat de voorrangsverplichting ook geldt voor verkeer dat zich niet aan de verkeersregels houdt. De motorrijder is daarom van mening dat de scooterrijder in ieder geval 50% verantwoordelijk is voor zijn schade.

De scooterrijder verweert zich door te stellen dat het niet verlenen van voorrang aan de motorrijder hem niet kan worden toegerekend. De verzekeraar van de scooterrijder wijst aansprakelijkheid af. Het klopt dat hij rekening moet houden met te hard rijdend verkeer, maar het gaat hier om een zodanig ernstige snelheidsovertreding (80km/u), dat hij daar geen rekening mee hoefde te houden.

Wat weegt zwaarder? De voorrangsfout van de scooterrijder of de snelheidsoverschrijding van de motorrijder?

In beginsel weegt een voorrangsfout in het verkeersrecht zwaarder dan een overschrijding van de maximale snelheid. Ook als de andere partij te hard rijdt. Verkeersdeelnemers moeten er rekening mee houden dat andere weggebruikers zich niet houden aan de toegestane snelheid. Echter, geldt hierbij wel dat het moet gaan om een in redelijkheid te verwachten overschrijding van de toegestane snelheid.

Oordeel rechtbank over de snelheidsovertreding 

De rechtbank oordeelt dat de motorrijder een extreme en daarmee uitzonderlijke grote snelheidsovertreding heeft begaan. Hierdoor heeft de motorrijder in zeer hoge mate bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval en de daaruit voortkomende schade. Het ongeval zou volgens de rechtbank niet zijn gebeurd, als de motorrijder zich aan de toegestane snelheid had gehouden.

In zijn oordeel betrekt de rechtbank dat de scooterrijder bij het naderen van het kruispunt een zogenoemd kijk- en beslismoment heeft. Hierbij moet hij kijken of er iets aankomt en beslissen of hij kan oversteken. Indien de scooterrijder de motorrijder heeft zien aankomen, kan het hem niet worden tegengeworpen dat hij een verkeerde inschatting heeft gemaakt. De motorrijder reed zodanig te hard, dat de motor tijdens het kijk- en beslismoment nog 36 meter van de botsingsplaats verwijderd was. Door deze ruime afstand had de scooterrijder geen reden om te stoppen.

Daarbovenop oordeelt de rechtbank dat het maar de vraag is of de scooterrijder de motor überhaupt heeft kunnen zien. Hierbij betrekt de rechtbank dat de motorrijder zwarte kleding droeg, op een donkerblauwe motor reed en er schaduwen van de bomen op het wegdek waren. Een donkere motorrijder is door die schaduwen op het wegdek moeilijker waarneembaar.

De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat in deze omstandigheden de scooterrijder níet aansprakelijk is en de motorrijder zijn schade voor 100% zelf moet dragen.

Bent u slachtoffer van een verkeersongeval?

Neem contact op met één van onze letselschade advocaten via [email protected] of 070-223 00 58.

 

Meer weten?

Neem contact met ons op