Inzage in alle camerabeelden van de tramaanslag in Utrecht afgewezen

Nadine Sonnevelt

31 maart 2021

De terroristische aanslag in een tram in Utrecht op 18 maart 2019. We herinneren ons waarschijnlijk de dag nog goed.

De schutter is op 20 maart 2020 veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor moord met een terroristisch oogmerk op 4 mensen, een poging daartoe op 3 mensen en bedreiging met een terroristisch misdrijf van 17 mensen.

De schutter richtte volgens de heer E. een pistool op hem en haalde de trekker meerdere keren over. Het wapen weigerde.

De heer E. is één van de 17 slachtoffers van terroristische bedreiging.[1] Hij wil de schutter vervolgd zien voor poging tot moord of doodslag op hem. De schutter richtte volgens de heer E. een pistool op hem en haalde de trekker meerdere keren over. Het wapen weigerde. Dit was niet terug te zien op de beelden die de heer E. heeft mogen zien.

De heer E. wil de beelden van alle camera’s zien van het tijdstip dat hij in de tram was

Om moord of doodslag te bewijzen, verzocht de heer E. de Staat hem alle beelden te laten zien die op camera’s zijn vastgelegd in de tijd dat hij in de tram was. Hij wil ook beelden zien van de tram waar hij niet is geweest.

De Staat weigerde om de heer E. alle beelden te laten zien. De staat wil de privacy van de slachtoffers en nabestaanden beschermen.

De rechtbank wijst het verzoek om inzage in alle camerabeelden af[2]

De heer E. heeft al inzage gehad in de beelden van zichzelf in de tram vanaf het moment dat hij instapte totdat hij uitstapte. De heer E. moet ook een redelijk belang hebben op inzage van de andere beelden waarop bijvoorbeeld zijn schoenen nauwelijks waarneembaar in beeld zijn. Het lijkt onmogelijk dat uit die beelden af te leiden valt dat de schutter zijn wapen op de heer E. richtte. De rechtbank oordeelt daarom dat hij geen redelijk belang heeft bij inzage van álle camerabeelden.

Ook in hoger beroep wordt de vordering afgewezen

In de procedure bij het Gerechtshof Den Haag gaat het erom of de Staat tegen de heer E. onrechtmatig handelt door te weigeren aan hem alle beelden uit de tram te laten zien.[3]

Het hof oordeelde dat door de beelden die nu aan de heer E. zijn vrijgegeven zijn behoorlijke rechtsbedeling is gewaarborgd, zonder inzage te geven in de andere beelden uit de tram.

Het hof snapt dat de heer E. er behoefte aan heeft om álle beelden te zien voor zijn verwerkingsproces. Maar dit is niet onderbouwd door een verklaring van een psycholoog of een psychiater.

Zelfs al zou het belang van de heer E. voor inzage in alle beelden wel onderbouwd zijn door een verklaring van een psycholoog of psychiater, ook dan vormen de belangen van de slachtoffers en nabestaanden zwaarwichtige redenen om inzage in de beelden te kunnen weigeren.

Bent u op zoek naar een letselschade advocaat?

Heeft u een ongeluk gehad in het verkeer of op het werk of is er sprake van een medische fout? Neem dan vrijblijvend contact op met één van onze letselschade advocaten op 070-223 00 58.

[1] Uit privacyoverwegingen is de achternaam van het slachtoffer achterwege gelaten
[2] Rechtbank Den Haag, 27 februari 2020,ECLI:NL:RBDHA:2020:1660
[3] Hof Den Haag, 2 februari 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:342

Meer weten?

Neem contact met ons op