Een vrouw stapt uit de auto. Zij wordt aangereden. Is zij nu een voetganger of een bestuurder?

Nadine Sonnevelt

11 maart 2021

Heeft u een auto, motor, scooter, brommer of snorfiets? Dan moet u volgens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) een WA-verzekering afsluiten. De Wam heeft als doel verkeersslachtoffers te beschermen.

Door de verplichting van een WA-verzekering zijn alle weggebruikers (uitzonderingen daargelaten) verzekerd voor schade die door een fout van een andere automobilist wordt veroorzaakt. Naast de bestuurder van een auto, worden ook de inzittenden hierdoor beschermd.

Maar is de Wam ook van toepassing wanneer je als bestuurder van een auto de auto stilzet, uitstapt om onder de motorkap te kijken en op dat moment wordt aangereden door een passerende auto? Dit is een slachtoffer overkomen en liep daardoor letsel op.

Het ongeval

Een vrouw parkeerde de auto op een busstrook bij een bushalte. Zij stapte uit en deed de motorkap van de auto open. Op enig moment is zij aangereden door een passerende auto, een BMW. De BMW schepte de vrouw, waarna een tweede auto (een Audi) haar nogmaals aanreed. Beiden auto’s reden op de rijbaan direct naast de busstrook. Zij reden in dezelfde richting als waarin de vrouw reed voordat ze haar auto had geparkeerd.

Grondslag voor aansprakelijkheid

Het slachtoffer sprak de verzekeraars van de twee auto’s aan. Zij baseerde haar vordering op artikel 185 Wegenverkeerswet 1994 (WVW). Dit artikel biedt een extra bescherming voor voetgangers bij een ongeluk met een auto.

De verzekeraars meenden dat het slachtoffer niet als voetganger maar als bestuurder moest worden aangemerkt. De rechter volgt de verzekeraars niet.

Personen die het voertuig hebben verlaten, vallen onder het beschermingsbereik van artikel 185 WVW (volgens Hoge Raad 25 februari 2000).

Is de verzekeraar aansprakelijk en zo ja, welke verzekeraar?

Overmacht

De verzekeraars deden een beroep op overmacht. Als een beroep op overmacht slaagt, kunnen zij ontkomen aan aansprakelijkheid. De rechter oordeelde dat er geen sprake was van overmacht. Dit betekent dat verzekeraars allebei voor minimaal 50% aansprakelijk zijn voor de schade van het slachtoffer. Dit is anders als zij kunnen aantonen dat er sprake was van opzet of aan opzet grenzende bewuste roekeloosheid van het slachtoffer.

Opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid

De rechtbank vond het handelen van de vrouw “onvoldoende doordacht”, maar oordeelde dat er geen sprake was van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid.

De rechtbank vond wel dat het ongeval met name was ontstaan door het handelen van de vrouw.

De 50%-regel

Een slachtoffer wordt goed beschermd. Als er geen opzet of aan opzet grenzende bewuste roekeloosheid is, wordt in ieder geval 50% van de schade van een slachtoffer vergoed. Ook als het ongeval met name door een slachtoffer is veroorzaakt.

De rechtbank zag in dit geval geen ruimte om meer dan 50% van de schade te laten vergoeden door de verzekeraars. Het ongeval ontstond namelijk met name door het handelen van de vrouw. Haar aandeel in het ongeluk was dus groter dan het aandeel van de bestuurders van de auto’s.

Beide verzekeraars aansprakelijk

De conclusie van deze uitspraak is dat de verzekeraars van allebei de auto’s gezamenlijk schadeplichtig zijn. Het slachtoffer kan de 50% van de schadevergoeding bij één van de twee verzekeraars verhalen.

Heeft u een ongeluk gehad als voetganger of als automobilist?

Neem dan contact op met een van onze letselschade advocaten. U bereikt ons op 070-223 00 58. Wij helpen u graag verder.

 

Bron: uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 2 februari 2021, ECLI:NL:RBMNE:542

 

 

 

Meer weten?

Neem contact met ons op